NJ 2002, 482
Wijziging art. 9 lid 2 Sr: geen veranderd inzicht in strafwaardigheid.
HR 10-07-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3164, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juli 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, E.J. Numan
- Zaaknummer
02037/99M
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
G. Knigge
- LJN
AB3164
- JCDI
JCDI:ADS159950:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3164, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑07‑2001
- Wetingang
Sr art. 1 lid 2; Sr (oud) art. 9 lid 2; Sr art. 9 lid 2
Essentie
De Hoge Raad blijft bij zijn oordeel dat aan de wijziging van art. 9 lid 2 Sr geen veranderd inzicht in de strafwaardigheid van de feiten, ter zake waarvan onder vigeur van art. 9 lid 2 (oud) Sr oplegging van een hoofdstraf tezamen met een andere hoofdstraf was uitgesloten, ten grondslag ligt. Het hof had art. 9 lid 2 (oud) moeten toepassen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Militaire Kamer, van 21 oktober 1999, parketnummer 21/000233–96, in de strafzaak tegen G. U.