NJ 2001, 696
Psychotische verdachte en verontschuldigbaar tardief appèl.
HR 12-06-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2064, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.M. Orie, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
02780/00
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
J. de Hullu
- LJN
AB2064
- JCDI
JCDI:ADS116960:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB2064, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB2064, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2001
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; Sv art. 408
Essentie
Een termijnoverschrijding bij het instellen van appèl door een verdachte, die gedurende die periode aan een psychose lijdt en daardoor niet in staat is te beoordelen of hoger beroep dient te worden ingesteld, is verontschuldigbaar. In dat geval is de verdachte ontvankelijk in het door hem ingediende rechtsmiddel wanneer hij, na zijn psychose, alsnog zo spoedig mogelijk appèl heeft ingesteld. Het hof heeft verzuimd dit te onderzoeken.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 februari 2000, parketnummer 20/002527–99, in de strafzaak tegen E.R. van K., adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.