NJ 2001, 698
Inkeer cfm. 68 (oud) AWR en deelneming. Richtlijn vervolging fiscale fraude.
HR 22-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1761 (medeplichtigheid)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
02767/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB1761
- Roepnaam
medeplichtigheid
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1761, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1761, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2001
- Wetingang
AWR art. 68 lid 3 (oud); AWR art. 69; AWR art. 80; Sr art. 48; Sr art. 50; Sr art. 51 lid 2; Sv art. 167
Essentie
1. Een medeplichtige aan de aan de schuldige verweten gedraging kan niet profiteren van de inkeer van die schuldige cfm. art. 68 lid 1 en 3 (oud) AWR. Bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bevordering van de inkeer door de medeplichtige, kunnen tot een ander oordeel leiden.
2 De vraag of vervolging in overeenstemming is met richtlijn vervolging fiscale fraude moet worden beantwoord op grond van de omstandigheden zoals die ten tijde van het nemen van de vervolgingsbeslissing bekend waren.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.