JOL 2001, 348
Belastingfraude. Inkeerbepaling uit art. 68 (oud), AWR: degene die medeplichtig is aan de aan de schuldige verweten gedraging kan niet van de inkeer van de schuldige profiteren.Vervolging niet in strijd met de Richtlijn aanmelding, transactie en vervolging fiscale delicten en douanedelicten van 13 april 1993. Belastingrecht en bijzonder strafrecht
HR 22-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1761 (medeplichtigheid)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
02767/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB1761
- Roepnaam
medeplichtigheid
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1761, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1761, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2001
Essentie
Belastingfraude. Inkeerbepaling uit art. 68 (oud), AWR: degene die medeplichtig is aan de aan de schuldige verweten gedraging kan niet van de inkeer van de schuldige profiteren.Vervolging niet in strijd met de Richtlijn aanmelding, transactie en vervolging fiscale delicten en douanedelicten van 13 april 1993. Belastingrecht en bijzonder strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 november 1999, nummer 23/003313–97, in de strafzaak tegen:
(verdachte), te (woonplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de Officier van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.