JOL 2001, 318
De enkele omstandigheid dat de betrokkene (nagenoeg) enig aandeelhouder en directeur van die BV was, brengt niet mee dat het eventueel door de BV wederrechtelijk verkregen voordeel direct of indirect heeft gestrekt ten voordele van de betrokkene en dat dit eventuele voordeel heeft te gelden als voordeel dat door de betrokkene is verkregen. Materieel strafrecht
HR 08-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1522
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 mei 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
02154/00P
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AB1522
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1522, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2001
Essentie
De enkele omstandigheid dat de betrokkene (nagenoeg) enig aandeelhouder en directeur van die BV was, brengt niet mee dat het eventueel door de BV wederrechtelijk verkregen voordeel direct of indirect heeft gestrekt ten voordele van de betrokkene en dat dit eventuele voordeel heeft te gelden als voordeel dat door de betrokkene is verkregen. Materieel strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 13 april 2000, parketnummer 24–000734–98, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
(betrokkene), te (woonplaats), ten tijde van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.