Kennelijke misslag. Geen nietigheid dagvaarding.

Documentgegevens:

HR 20-03-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2348

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 20 maart 2001
Magistraten: C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema
Zaaknummer: 02342/00
Conclusie: A-G Jörg
LJN: ZD2348
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Insolventierecht / Faillissement
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:ZD2348, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2348, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2001
Wetingang: Sr art. 342 onder 3 (oud); Sv art. 261

Essentie

Art. 342 sub 3 (oud) verwees ten onrechte naar art. 2:14.1 BW; de in dat art. vervatte verplichting was immers sinds 1 januari 1992 opgenomen in art. 2:10.1 BW. Geen nietigheid dagvaarding.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 6 oktober 1999, parketnummer(s) 22/001657–98, in de strafzaak tegen:

E. van V., adv. mr. J.M. Sjöcrona en mr. D.V.A. Brouwer te 's-Gravenhage.

Hof:

Uitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding primair, subsidiair ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.