JOL 2001, 200
De artikelen 2 en 3 Verordening stoffen met sympathico mimetische werking zijn niet in strijd met de diergeneesmiddelenwetgeving. De bepalingen van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie en de daarop gebaseerde nadere overeenkomsten zijn niet voor rechtstreekse toepassing vatbaar. Economisch strafrecht
HR 20-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0605
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.M. Orie, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00235/00E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AB0605
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0605, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0605, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2001
Essentie
De artikelen 2 en 3 Verordening stoffen met sympathico mimetische werking zijn niet in strijd met de diergeneesmiddelenwetgeving. De bepalingen van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie en de daarop gebaseerde nadere overeenkomsten zijn niet voor rechtstreekse toepassing vatbaar. Economisch strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 19 oktober 1999, parketnummer 20/002374–97, in de strafzaak tegen:
(verdachte), te (plaats A).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.