NJ 2001, 283
I.c. geen inhaaldagvaarding.
HR 06-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0400
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 maart 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema
- Zaaknummer
00236/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB0400
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0400, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0400, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑03‑2001
- Wetingang
Essentie
Bij betekening van meer dagvaardingen met dezelfde tenlastelegging voor dezelfde terechtzitting op verschillende adressen is geen sprake van een inhaaldagvaarding.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 17 maart 1999, parketnummer 21/001 697–98, in de strafzaak tegen J.J.G. R., adv. jhr. mr. E.A.C. Sandberg, te 's-Gravenhage.
Hof:
Ontvankelijkheid OM
Ter terechtzitting heeft de raadsman een beroep gedaan op het nemo debet bis vexari beginsel, strekkende tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging die is aangevangen met de dagvaarding van 19 mei 1998, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.