NJ 2001, 309
Politieambtenaar mag geen vervolgingsbeslissing nemen.
HR 27-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0263
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 februari 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.M.M. Orie, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
01738/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB0263
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0263, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑2001
- Wetingang
RO art. 126; Sv art. 167 lid 1; Sv art. 359 lid 2
Essentie
Het oordeel dat de wet zich er niet tegen verzet dat de vervolgingsbeslissing onder bepaalde voorwaarden krachtens schriftelijk mandaat wordt uitgeoefend door een daartoe naar het oordeel van de officier van justitie geschikte andere ambtenaar is onjuist, nu op grond van art. 126 RO de uitoefening van bevoegdheden van de officier van justitie slechts kan worden opgedragen aan een bij het parket werkzame ambtenaar. Als niet is voldaan aan de vereisten van art. 126 RO leidt dit tot nietigheid van de inleidende dagvaarding.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.