NJ 2001, 310
Tussenuitspraak en niet-ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 27-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2602
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 februari 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie
- Zaaknummer
01531/99P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD2602
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZD2602, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑2001
- Wetingang
Sv art. 348; Sv art. 423 lid 2; Sv art. 358 lid 2; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 406; Sv art. 428
Essentie
Cassatieberoep tegen een tussenuitspraak van het Hof, waarbij het Hof de OvJ ontvankelijk heeft verklaard in zijn ontnemingsvordering en de zaak heeft verwezen naar de Rb, is niet-ontvankelijk. Doordat appel werd ingesteld tegen de — na verwijzing door het Hof — gedane uitspraak van de Rb, verloor de tussenuitspraak haar bindende karakter. De bestreden uitspraak is niet gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter zitting dat tot de tussenuitspraak heeft geleid.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 23 april 1999, parketnummer 21/002048–98, op een vordering tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.