Landbouwexceptie inz. hennep.

Documentgegevens:

HR 06-02-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2242

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 6 februari 2001
Magistraten: C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema
Zaaknummer: 01560/99
Conclusie: A-G Fokkens
LJN: ZD2242
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:ZD2242, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑02‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2242, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2001
Wetingang: Besl. 18 okt. 1976 Stb. 509 art. 4 (oud); Besl. 18 okt. 1976 Stb. 509 art. 4; Opiumwet art. 3; Opiumwet art. 11

Essentie

Onder de landbouwexceptie van art. 4 (oud) van het Besluit van 18 oktober 1976, houdende uitvoering van art. 3a, eerste lid, van de Opiumwet, vallen ook alle handelingen die verbonden zijn met de productie van vezelhennep en de zaadwinning. Onder art. 4 (nieuw) van dat besluit valt ook het aanwezig hebben van hennep voor die doeleinden.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 mei 1999, parketnummer 20/001435–97, in de strafzaak tegen J.A.K. V., adv. mr. H.S.M. Vogelaar, te Deurne.

Hof:

Strafbaarheid bewezenverklaarde

Namens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.