NJ 2001, 328
Niet-ontvankelijkheid OM wegens overschrijding redelijke termijn onbegrijpelijk gemotiveerd.
HR 30-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2293
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 januari 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.M.M. Orie, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02697/00
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD2293
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZD2293, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2001
- Wetingang
Sv art. 359a; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Nu de zaak ingewikkeld en omvangrijk is en geen sprake is van een uitzonderlijke overschrijding van de als uitgangspunt geldende termijn van (telkens) twee jaren voor de afdoening van de zaak in eerste aanleg en hoger beroep, is het oordeel dat er sprake is van een zodanige overschrijding van de redelijke termijn dat dit tot niet-ontvankelijkheid OM dient te leiden, onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 januari 2000, parketnummer 23/000483–98, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.