NJ 2001, 241
Poging doodslag; voorwaardelijk opzet.
HR 23-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2257
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, E.J. Numann
- Zaaknummer
02187/99
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD2257
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZD2257, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2001
- Wetingang
Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; Sr art. 287
Essentie
Poging tot doodslag. Verdachte probeert een man, die bovenop zijn auto lag, van zijn auto af te schudden door met hoge snelheid slingerende bewegingen met die auto te maken. Hoge Raad verstaat het zich opzettelijk blootstellen aan geenszins te verwaarlozen kans als zich opzettelijk blootstellen aan aanmerkelijke kans. Toereikend bewijs van voorwaardelijk opzet.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 juli 1999 in de strafzaak tegen M.C.C. de L., adv. mr. G. Spong, te Amsterdam.
Hof:
Bewezenverklaring
hij op 13 juni 1996 te Utrecht, ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.