NJ 2001, 218
Burgerinfiltrant en uitlokking.
HR 23-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2194, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
01525/99
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
Y. Buruma
- LJN
ZD2194
- JCDI
JCDI:ADS159915:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZD2194, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2194, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2001
- Wetingang
Essentie
Niet aannemelijk dat de verdachte door het optreden van de DEA-infiltrant onder verantwoordelijkheid van het OM is gebracht tot andere feiten dan waarop zijn optreden reeds tevoren was gericht. Uitlokking door een (burger-)infiltrant hoeft niet in de weg te staan aan het oordeel dat een verdachte door dergelijk optreden niet is gebracht tot andere strafbare feiten dan waarop zijn opzet reeds tevoren was gericht.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 februari 1999, parketnummer 22/000621–98, in de strafzaak tegen J.M. van B., adv. mr. G. Spong ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.