NJ 2001, 207
Beperkte inbreuk persoonlijke levenssfeer door observaties.
HR 16-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2229
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.M.M. Orie, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02155/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD2229
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZD2229, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2001
- Wetingang
Essentie
Nu verdachte niet binnenshuis werd geobserveerd en slechts datgene werd geobserveerd hetgeen ieder die zich in de openbare ruimte bevond kon waarnemen, leverde de met behulp van een videocamera uitgevoerde observatie slechts een zo beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer op, dat art. 141 en 142 Sv voldoende wettelijke grondslag bieden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 april 2000, parketnummer 24–000006–99, in de strafzaak tegen T. van den W., adv. mr. D.C. Keuning, te Groningen.