NJ 2001, 162
Ontoereikend bewijs letsel van 6 WVW 1994.
HR 09-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AA9370
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 januari 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
00109/00
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AA9370
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9370, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AA9370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2001
- Wetingang
WVW 1994 art. 6
Essentie
Ontoereikend bewijs dat het slachtoffer als gevolg van het toegebrachte letsel tijdelijk verhinderd is geweest haar normale bezigheden te verrichten. Normale bezigheden zijn, gelet op de wetsgeschiedenis, bezigheden die vergelijkbaar zijn met ambts- of beroepsbezigheden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 13 april 1999, parketnummer 22/001458–98, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen M.K., adv. mr. A.J.M. Bommer, te Rotterdam.
Hof:
Bewezenverklaring
Het Hof heeft, voorzover hier van belang, bewezenverklaard dat de verdachte door zijn schuld een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.