NJ 2001, 6
Undue delay, maar geen strafvermindering.
HR 24-10-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZD2085
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 oktober 2000
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
01215/99
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD2085
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD2085, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑10‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZD2085, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2000
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Undue delay. Tussen instellen cassatieberoep en binnenkomst stukken zijn ruim 9 maanden verstreken. Geen strafvermindering gelet op mate overschrijding redelijke termijn en op opgelegde straf (verbeurdverklaring).
Uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 18 december 1998, parketnummer 03/200856/97, in de strafzaak tegen J.M.G.J., te Geulle, adv. mr. G. Spong te 's‑Gravenhage.
Cassatiemiddelen:
(…)
Middel II
Het recht is geschonden en/of er zijn vormen verzuimd waarvan niet naleving nietigheid medebrengt.
In het bijzonder is art. 6 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.