JOL 2000, 405
Verschoningsrecht, uitleg tenlastelegging van art. 140 Sr door opzettelijk in te lezen, verdenking, geen gebruik in appel van betwiste verklaring, gebruik Duitstalig geschrift als bewijsmiddel. Twee klachten kunnen niet beschouwd worden als middelen van cassatie.
HR 04-07-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6375
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juli 2000
- Magistraten
W.E. Haak, C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
00158/99
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AA6375
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA6375, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA6375, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑07‑2000
Essentie
Verschoningsrecht, uitleg tenlastelegging van art. 140 Sr door opzettelijk in te lezen, verdenking, geen gebruik in appel van betwiste verklaring, gebruik Duitstalig geschrift als bewijsmiddel. Twee klachten kunnen niet beschouwd worden als middelen van cassatie.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 1 maart 1999 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1966, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Noordsingel' te Rotterdam.