NJ 2000, 735
Veiligheidsfouillering, geen onrechtmatig verkregen bewijs
HR 04-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZD1765
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2000
- Magistraten
Davids, Aaftink, Balkema
- Zaaknummer
00127/99
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD1765
- JCDI
JCDI:ADS145479:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD1765, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZD1765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2000
- Wetingang
Sv art. 54 lid 3; Pol.w 1993 art. 8 lid 3
Essentie
Bij fouillering is heroïne in verdachtes schoen aangetroffen; geen onrechtmatig verkregen bewijs. Het kennelijke oordeel van het hof dat er sprake was van een veiligheidsfouillering cfm. art. 8 lid 3 Politiewet 1993 — er was sprake van een redelijk vermoeden van schuld aan een opiumdelict, verdachte werd cfm. art. 54 lid 3 Sv aangehouden en verbalisanten hebben voor hun eigen veiligheid verdachte aan de kleding onderzocht — geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 februari 1999 in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.