NJ 2000, 363
Omvang wederrechtelijk verkregen voordeel.
HR 07-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZD1890
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 maart 2000
- Magistraten
Bleichrodt, Orie, Van Dorst
- Zaaknummer
112948P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD1890
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD1890, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZD1890, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2000
- Wetingang
Sr art. 36e lid 4; Sr art. 36e lid 6
Essentie
Het hof mocht het bedrag terzake waarvan de benadeelde finale kwijting had verleend, meerekenen in de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 december 1998 op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van M.C.J.B., te Tilburg, adv. mr. J.W. Leseman te Tilburg.
Hof:
Verwerping verweer
Door de raadsman van verweerster is als verweer gevoerd, dat door de houding van de benadeelde X rechtsherstel heeft plaatsgevonden, zodat het door X kwijtgescholden bedrag niet meer als wederrechtelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.