NJ 2000, 382
18 maanden tussen verhoor verdachte en behandeling door kinderrechter geen undue delay
HR 07-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZD1751
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 maart 2000
- Magistraten
Davids, Koster, Aaftink
- Zaaknummer
112680
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD1751
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD1751, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZD1751, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2000
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
's Hofs oordeel dat in casu de redelijke termijn niet is overschreden — er is bijna 18 maanden verstreken tussen het verhoor van verdachte en de behandeling ter terechtzitting door de kinderrechter — geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 november 1998 in de strafzaak tegen N.El M., te Heemskerk, adv. mr. Y.A.G. Mellema-Zijlstra te Heemskerk.
Hof:
Geen overschrijding redelijke termijn
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.