NJ 2000, 539
Onrechtmatige grensoverschrijdende observatie vrachtauto. Verdachte niet in rechtens te beschermen belang getroffen.
HR 07-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZD1678, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 maart 2000
- Magistraten
Davids, Bleichrodt, Aaftink, Orie, Balkema
- Zaaknummer
112180
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
ZD1678
- JCDI
JCDI:ADS145646:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD1678, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZD1678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2000
- Wetingang
Essentie
Het oordeel dat de aanhouding van K. en de inbeslagneming van de hashish een gevolg zijn geweest van de onrechtmatige grensoverschrijdende observatie, maar dat niet valt in te zien welk rechtens te beschermen belang van verdachte hierdoor is getroffen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk nu niet de verdachte het object van die observatie was. Aan art. 359a Sv behoeft onder deze omstandigheden geen toepassing te worden gegeven.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 november 1998 in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.