NJ 2000, 500
Ontvankelijkheid openbaar ministerie, misslag in bewezenverklaring, bewaring ten behoeve rechthebbende.
HR 15-02-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4795, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 februari 2000
- Magistraten
Haak, Corstens, Van Buchem-Spapens, Balkema, Van Dorst
- Zaaknummer
111986
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AA4795
- JCDI
JCDI:ADS65475:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA4795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA4795, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑02‑2000
- Wetingang
Sv art. 349; Sv art. 350; Sv art. 353 lid 2; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. Het hof heeft het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens schending van beginselen van een goede procesorde — de transformatie door de rechtbank van de vordering verlenging ex art. 244 lid 2 Sv in een vordering ex art. 255 lid 4 Sv zou ontoelaatbaar zijn — terecht verworpen. Nu genoemde beschikking van de rechtbank niet door een hogere instantie is vernietigd moet van de juistheid daarvan worden uitgegaan. Een beoordeling van de juistheid daarvan door het hof zou in strijd zijn met een goede procesorde.
2. Verbeterde lezing bewezenverklaring. Uit bewijsmiddelen kan worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.