NJ 2000, 569
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase.
HR 18-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZD1701, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 januari 2000
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Orie
- Zaaknummer
113445
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
J. de Hullu
- LJN
ZD1701
- JCDI
JCDI:ADS145644:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD1701, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZD1701, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2000
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
De gedingstukken zijn na binnenkomst bij Hoge Raad per abuis aan het hof teruggestuurd. Hierdoor zijn ruim 19 maanden verstreken tussen het instellen van cassatie en het voor de tweede maal binnenkomen van de stukken en 21 maanden tot de zaak bij de Hoge Raad heeft gediend. Hoge Raad vermindert opgelegde gevangenisstraf met 15 maanden wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 december 1997 in de strafzaak tegen E.A., te Utrecht, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.