NJ 2000, 568
Undue delay in cassatie. Strafvermindering: van 21 maanden waarvan 6 voorwaardelijk tot 6 maanden onvoorwaardelijk.
HR 18-01-2000, ECLI:NL:HR:2000:ZD1784
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 januari 2000
- Magistraten
Davids, Koster, Balkema
- Zaaknummer
112291
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
ZD1784
- JCDI
JCDI:ADS145641:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZD1784, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑01‑2000
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Undue delay nu tussen het instellen van cassatie en de binnenkomst van de stukken bij de Hoge Raad ruim 22 maanden zijn verstreken en de behandeling van de zaak na ruim 29 maanden na het instellen van cassatie plaatsvond. Hoge Raad vermindert de straf van 21 maanden waarvan 6 voorwaardelijk tot 6 maanden onvoorwaardelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 7 april 1997 in de strafzaak tegen Z.K., te Utrecht, adv. mr. L. de Leon te Utrecht.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.