Kroongetuigen.

Documentgegevens:

HR 14-12-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3864

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 14 december 1999
Magistraten: Davids, Bleichrodt, Corstens, Orie, Van Buchem-Spapens
Zaaknummer: 110683A
Conclusie: A-G Jörg
LJN: AA3864
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:1999:AA3864, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑1999
ECLI:NL:HR:1999:AA3864, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑12‑1999
Wetingang: Sv art. 9; Sv art. 338; Sv art. 348; Sv art. 359 lid 2; Sv (Aruba) art. 10 (nieuw); Sv (Aruba) art. 381 (nieuw); Sv (Aruba) art. 392 (nieuw); Sv (Aruba) art. 402 (nieuw)

Essentie

1. De bevoegdheid van het Openbaar Ministerie om met getuigen afspraken te maken vereist geen wettelijke grondslag. Feitelijk en niet onbegrijpelijk oordeel dat het handelen van het Openbaar Ministerie niet in strijd was met beginselen van een goede procesorde.

2. Geen rechtsregel staat er — bijzondere gevallen uitgezonderd — aan in de weg dat vertegenwoordiger Openbaar Ministerie die in eerste aanleg is opgetreden, die functie ook in hoger beroep uitoefent.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 31 maart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.