NJ 2000, 130
Geen gelegenheid tot ondervraging getuige.
HR 30-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1147
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 november 1999
- Magistraten
Davids, Koster, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
111632
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1147
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1147, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1147, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑1999
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2; EVRM art. 6
Essentie
Dat de verdediging een getuige niet heeft kunnen ondervragen, betekent niet dat een verklaring van die getuige onbruikbaar is voor het bewijs, mits die verklaring in belangrijke mate steun vindt in andere bewijsmiddelen. Geen gemotiveerde beslissing vereist op het verweer omtrent het ontbreken van een mogelijkheid tot ondervraging.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 mei 1998 in de strafzaak tegen M.J.Y.V., te Soest, adv. mr. G. Meijers te Amsterdam.
Hof:
Verweer
Van T. zegt in één van zijn verklaringen bij de politie welke door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.