NJ 2000, 161
Beklag tegen inbeslagneming ex 94a lid 2 Sv (strafrechtelijk financieel onderzoek).
HR 21-09-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1907
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
3994
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1907
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1907, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑1999
- Wetingang
Sr art. 36e lid 1; Sr art. 36e lid 2; Sr art. 36e lid 3; Sv art. 94a; Sv art. 126; Sv art. 552a
Essentie
Bij beklag tegen beslag ex art. 94a lid 2 Sv moet de rechter onder meer onderzoeken of het hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter aan de verdachte de verplichting cfm. Art. 36e Sr zal opleggen. Daarbij dient de rechter te betrekken dat het mogelijk is dat ter zake van andere feiten dan die waarvoor het SFO (strafrechtelijk financieel onderzoek) is ingesteld, het verkregen voordeel wordt ontnomen. Het hof heeft deze (laatste) maatstaf miskend.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.