NJ 1999, 825
Verzoek acht getuigen te horen die zouden kunnen bevestigen dat verdachte op dag verweten levensdelict in detentie verbleef in voormalig Joegoslavië / afwijzing omdat noodzaak niet is gebleken, toereikend gemotiveerd / hof heeft vastgesteld dat verdachte zijn detentie niet heeft uitgezeten en verdachtes verklaringen hieromtrent — die niet meer dan blote ontkenning behelzen — verdragen zich niet met zijn eerdere verklaringen
HR 21-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1660
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 1999
- Magistraten
Davids, Koster, Aaftink
- Zaaknummer
111927
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1660
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1660, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑1999
- Wetingang
Essentie
Verzoek acht getuigen te horen die zouden kunnen bevestigen dat de verdachte op de dag van het verweten levensdelict in detentie verbleef in voormalig Joegoslavië. Afwijzing omdat de noodzaak daartoe niet is gebleken, is toereikend gemotiveerd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn detentie niet heeft uitgezeten en verdachtes verklaringen hieromtrent — die niet meer dan een blote ontkenning behelzen — verdragen zich niet met zijn eerdere verklaringen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 22 september 1998 in de strafzaak tegen A.C., te Malmö (Zweden), ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.