NJ 1999, 759
Controlebevoegdheden ter opsporing aangewend?
HR 21-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1616
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Orie
- Zaaknummer
110873
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1616
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1616, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑1999
- Wetingang
Sv art. 27 lid 1; WVW 1994 art. 160 lid 4
Essentie
Niet-ontvankelijkverklaring Openbaar Ministerie op de grond dat de politie controlebevoegdheden van art. 160 lid 4 WVW 1994 heeft aangewend ter opsporing van diefstallen. Gelet op het verhandelde ter terechtzitting en de gedingstukken is 's hofs oordeel dat aan het aanvankelijke voornemen van de verbalisanten tot uitoefening van controlebevoegdheden, uitvoering was gegeven en ook het doen wegslepen van verdachtes auto van die uitvoering deel uitmaakte, onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 mei 1998 in de strafzaak tegen N.M., te Amsterdam, adv. mr. R.D.A. van Boom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.