NJ 2000, 55
Ontnemingsvordering voor feiten waarvoor geen veroordeling is gevolgd.
HR 14-09-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1534, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Orie, Balkema
- Zaaknummer
111808P
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
ZD1534
- JCDI
JCDI:ADS73984:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1534, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1534, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑1999
- Wetingang
Essentie
1. Indien aan een verdachte meer feiten tenlastegelegd zijn en voor enkele van die feiten volgt wel en voor enkele volgt niet een veroordeling, dan behoeft een SFO dat betrekking heeft op voordeel verkregen uit de feiten waarvoor wel en de feiten waarvoor niet is veroordeeld, niet te worden gesloten ten aanzien van die feiten ter zake waarvan de verdachte niet is veroordeeld.
2. De wet staat er niet aan in de weg dat de in art. 36e tweede en derde lid Sr bedoelde feiten aanvankelijk voorwerp zijn geweest van een tenlastelegging zonder dat zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.