NJ 1999, 740
Verduistering geld dat bij vergissing door Belastingdienst was teruggegeven?
HR 06-07-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1370, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Koster, Schipper, Corstens
- Zaaknummer
110064
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
ZD1370
- JCDI
JCDI:ADS117047:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1370, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑1999
- Wetingang
Sr art. 321; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Belastingdienst heeft bij vergissing in een beschikking tot teruggave ruim 3 miljoen gulden te veel toegekend en overgemaakt op verdachtes bankrekening. Er is geen naheffing gedaan toen de vergissing werd bemerkt. Dit geld behoorde de Belastingdienst in strafrechtelijke zin toe. Het geld wordt eerst op een depositorekening van een derde gereserveerd en vervolgens overgeboekt naar een rekening in Zwitserland. Dit is niet voldoende voor verduistering. Daarvan is in deze omstandigheden pas sprake als het niet mogelijk is het bedrag aan de Belastingdienst terug te geven of dit (doen) terugkeren aanmerkelijk is bemoeilijkt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.