NJ 1999, 579
Vervolging niet in strijd met gelijkheidsbeginsel
HR 08-06-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1511
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juni 1999
- Magistraten
Davids, Koster, Schipper
- Zaaknummer
110533E
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1511
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1511, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑06‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑1999
- Wetingang
Sr art. 51 lid 2; Sv art. 167
Essentie
1. Van de vennoten van een v.o.f. (vader en dochter) wordt alleen de dochter vervolgd. Hof: geen niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie nu alleen zij als verdachte is gehoord en haar belofte aan politie stukken te overleggen niet is nagekomen. A-G: Het enkele feit dat de andere vennoot niet wordt vervolgd is niet strijdig met het gelijkheidsbeginsel. Daarvan is pas sprake als zonder rechtvaardiging van beleid wordt afgeweken of als de criteria voor het opmaken van proces-verbaal op oneigenlijke gronden berusten. HR: art. 101a Wet RO.
2. Vereisten voor leiding geven aan verboden gedraging v.o.f.
Voorgaande uitspraak
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.