NJ 1999, 635
Betekenis van ‘dezelfde zaak’ in 525 Sv
HR 27-05-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1575, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Van Buchem-Spapens, Balkema
- Zaaknummer
3999
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
J. de Hullu
- LJN
ZD1575
- JCDI
JCDI:ADS65699:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1575, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1575, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑1999
- Wetingang
Essentie
1. Het hof kon het verzoek de officier van justitie te horen omtrent verdachtes vervolging in Rotterdam afwijzen op de grond dat uit diens ambtsbericht volgt dat aldaar tegen verdachte geen vervolging is ingesteld (geweest).
2. Van ‘dezelfde zaak’ cfm. art. 525 lid 1 sub 1° Sv is geen sprake als verschillende rechters deelnemers aan hetzelfde strafbare feit berechten.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 maart 1999 (NJ 1999, 475; red.) op een verzoek als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.