NJ 2000, 107
4M-proces. Infiltratieactie in Turkije. Rechtmatigheid Turkse tapmachtigingen.
HR 18-05-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1335, m.nt. T.M. Schalken (4M-proces)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 mei 1999
- Magistraten
Davids, Bleichrodt, Koster, Schipper, Orie
- Zaaknummer
109075
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
ZD1335
- Roepnaam
4M-proces
- JCDI
JCDI:ADS117044:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
EU-recht (V)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1335, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑05‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1335, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑1999
- Wetingang
Essentie
1. Het beroep op bewijsuitsluiting vanwege het optreden van een Nederlandse infiltrant op Turks grondgebied, is terecht verworpen, mede gelet op de toestemming daartoe van de Turkse overheid op regeringsniveau, de verleende medewerking aan de infiltratieactie en het feit dat het Turkse Openbaar Ministerie wist van de infiltratie en geen bedenking heeft geuit. Het hof hoefde niet afzonderlijk te beslissen op het verweer dat het optreden mogelijk naar Turks recht onrechtmatig is.
2. Geen schending van het beginsel van interne openbaarheid of van het Europese rechtshulpverdrag door afwijzing van het verzoek tot overlegging van de originele Turkse tapmachtigingen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.