NJ 1999, 472
Profijtontneming en ontvankelijkheid OM in hoofdzaak
HR 20-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1540
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 1999
- Magistraten
Haak, Corstens, Orie
- Zaaknummer
109547P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD1540
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1540, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑1999
- Wetingang
Essentie
In de ontnemingsprocedure staat niet meer ter discussie of de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging. Getuigen die zouden kunnen verklaren over mogelijk onregelmatig optreden van een infiltrant in de hoofdzaak behoeven niet te worden gehoord in het kader van de ontnemingsprocedure. Voor de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in die procedure zijn uitsluitend van belang art. 36e Sr en 511b e.v. Sv.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 8 september 1997 op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.