NJ 1999, 485
Voeging als benadeelde partij
HR 13-04-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1377
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 april 1999
- Magistraten
Haak, Corstens, Balkema
- Zaaknummer
110353
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- LJN
ZD1377
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1377, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑04‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1377, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑1999
- Wetingang
Sv art. 51b
Essentie
Voeging als benadeelde partij kan slechts plaatsvinden cfm. art. 51b Sv. Nu bij de stukken geen voegingsformulier zit en uit de processen-verbaal van de zittingen in eerste aanleg niet volgt dat X zich aldaar heeft gevoegd als benadeelde partij is 's hofs oordeel dat X, die zich eerst in hoger beroep heeft gevoegd, niet-ontvankelijk is in zijn vordering juist.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 maart 1998 in de strafzaak tegen E.C.M., te Valkenswaard, adv. mr. W. Coppoolse te Eindhoven.
Hof:
Vordering benadeelde partij
X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.