NJ 1999, 436
Afwijzing aanhoudingsverzoek bij verdachte die onderweg is naar zitting
HR 30-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1474
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 1999
- Magistraten
Haak, Corstens, Orie
- Zaaknummer
110248
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD1474
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1474, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑03‑1999
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 3
Essentie
Hof kon verzoek aanhouding afwijzen op oordeel dat onverklaarbaar afwezige verdachte had verkozen niet aanwezig te zijn, gelet op mededeling raadsman dat zij nog kort voor de zitting contact met elkaar hadden gehad. Na pleidooi komt mededeling binnen dat verdachte onderweg zou zijn. Hof wijst nieuw aanhoudingsverzoek af. Dit is niet in strijd met art. 6 EVRM omdat a) de zaak reeds in vierde instantie werd behandeld en sinds het feit ruim 3 jaar was verstreken, b) het onderzoek ter terechtzitting t.t.v. het verzoek bijna was voltooid, en c) uitvoerig verdediging is gevoerd door raadsman die kort voordien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.