NJ 1999, 451
Nadere motivering gebruik deskundigenrapport vereist in verband met verweer
HR 30-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1360, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 1999
- Magistraten
Davids, Schipper, Bleichrodt, Corstens, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
109292
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
ZD1360
- JCDI
JCDI:ADS117048:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1360, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑1999
- Wetingang
Sv art. 344 lid 4; Sv art. 359
Essentie
Betrouwbaarheid van verklaring minderjarig slachtoffer is door het hof gegrond op een psychologisch rapport. Gelet op verweer dat volgens deskundigen de door de psycholoog gebruikte methode niet betrouwbaar is, had het hof nader moeten motiveren waarom het zijn beslissing baseerde op dat rapport.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 13 november 1997 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen F.J. de B., te X, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage.
Hof:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard is dat:
1
hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.