NJ 1999, 403
Verduistering? / geen rechtstreekse schade dus geen benadeelde partij
HR 23-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1154
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 1999
- Magistraten
Davids, Aaftink, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
109988
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1154
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1154, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑1999
- Wetingang
Essentie
1. Uit bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte het ten onrechte van rekening X naar zijn rekening overgeboekte geld ‘anders dan door misdrijf’ onder zich had.
2. De ABN AMRO Bank, die aan X schade heeft vergoed, kan niet gelden als benadeelde partij die als rechtstreeks gevolg van bewezenverklaard feit schade heeft geleden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 februari 1998 in de strafzaak tegen M.R. van L., te Nieuwegein, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Almere Binnen' te Almere, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.