NJ 1999, 686
Stelselmatige observaties; non-verbaal gedrag getuige valt onder eigen waarneming rechter
HR 16-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1341, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 1999
- Magistraten
Davids, Koster, Schipper, Corstens, Orie
- Zaaknummer
109916
- Conclusie
A-G Van Dorst
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
ZD1341
- JCDI
JCDI:ADS117043:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1341, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑1999
- Wetingang
Essentie
1. Verweer m.b.t. stelselmatige observaties ontoereikend verworpen nu niet duidelijk is of het Hof a) de feitelijke grondslag niet aannemelijk achtte, b) die grondslag wel aannemelijk achtte maar oordeelde dat de inbreuk de grenzen van art. 8 lid 2 EVRM niet overschreed, of c) die grenzen wel overschreden achtte, maar niet zodanig dat dit leidt tot niet-ontvankelijkheid OM of bewijsuitsluiting.
2. Verhoor medeverdachte die voorzitter stilzwijgend aankijkt op een vraag naar verdachtes betrokkenheid. De rechter kan dergelijk non-verbaal gedrag via de eigen waarneming (art. 340 Sv) tot bewijs bezigen. Hij mag deze waarneming niet zonder meer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.