NJ 1999, 435:Toerekenbaarheid; levenslange gevangenisstraf niet in strijd met EVRM

NJ 1999, 435

Toerekenbaarheid; levenslange gevangenisstraf niet in strijd met EVRM

Documentgegevens:

HR 09-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1464

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 9 maart 1999
Magistraten: Haak, Bleichrodt, Corstens
Zaaknummer: 110486
Conclusie: wnd. A-G Jörg
LJN: ZD1464
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:ZD1464, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1464, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑1999
Wetingang: Sr art. 10; Sr art. 37a; Sv art. 359; EVRM art. 3; EVRM art. 5

Essentie

1. Het hof neemt het deskundigenoordeel over dat verdachte aan een persoonlijkheidsstoornis leidt, maar acht de conclusie dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is onvoldoende onderbouwd en speculatief. Geen innerlijke tegenstrijdigheid, nu het hof kennelijk heeft geoordeeld dat weliswaar aannemelijk was dat de verdachte aan een (ernstige) persoonlijkheidsstoornis leed, maar dat die niet zodanig was dat die aan toerekening in de weg stond.

2. De oplegging van levenslange gevangenisstraf is niet in strijd met art. 3 EVRM, noch met art. 5 lid 4 EVRM, mede gelet op de mogelijkheid om gratie te verzoeken of de rechtmatigheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.