NJ 1999, 739
Eisen te stellen aan cassatiemiddel
HR 02-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AB7950, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 1999
- Magistraten
Haak, Corstens, Orie
- Zaaknummer
110217
- Conclusie
wnd A-G Jörg
- Noot
J. de Hullu
- LJN
AB7950
- JCDI
JCDI:ADS145626:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AB7950, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AB7950, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑1999
- Wetingang
Essentie
1. Een herhaling van een ter zitting gevoerd verweer, met inbegrip van de daaraan door de raadsman verbonden conclusies, waarop het hof gemotiveerd heeft gerespondeerd, zonder dat wordt aangegeven waarom de beslissing van het hof onjuist of ontoereikend gemotiveerd zou zijn, kan niet worden aangemerkt als een middel van cassatie.
2. Het middel dat in algemene termen klaagt over onvolledigheid van het onderzoek en het afzien van het horen van getuigen, kan, gelet op de verwikkelingen ter terechtzitting, nu het niet is toegespitst op de afzonderlijke getuigen niet worden aangemerkt als een middel van cassatie.
3. Middel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.