NJ 1999, 345
Profijtontneming en overschrijding redelijke termijn
HR 23-02-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1358
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 februari 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Orie, Balkema
- Zaaknummer
109239P
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- LJN
ZD1358
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1358, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑02‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1358, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑1999
- Wetingang
Sr art. 36e; Sv art. 511b; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Profijtontneming en overschrijding redelijke termijn. Overschrijding van de redelijke termijn moet in de regel leiden tot strafvermindering, in een ontnemingsprocedure tot vaststelling van een lager ontnemingsbedrag. Slechts bij hoge uitzondering, zoals bij een zeer grote overschrijding, is plaats voor niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 december 1997 op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van A.D.G.A., te Amsterdam, ten tijde van het instellen van beroep in cassatie verblijvende in de Penitentiaire Inrichting 'De Stadspoort' lokatie De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.