NJ 1999, 368
Valse hoedanigheid cfm 326 Sr
HR 02-02-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1316
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
109546
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1316
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1316, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑1999
- Wetingang
Sr art. 326
Essentie
Oplichting van ABN-AMRO. Verdachte heeft met gebruik van naam en wachtwoord van een ander d.m.v. een computersysteem van de ABN-AMRO geld laten overboeken naar een Zwitserse bankrekening. 's Hofs oordeel dat verdachte zich aldus valselijk heeft bediend van de hoedanigheid van een werknemer van ABN-AMRO die gerechtigd was de overboeking uit te voeren, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 september 1997 in de strafzaak tegen S.Y., te Amsterdam, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.