NJ 1999, 230
Weigering onderzoek bloedmonster; belang naleving aan bloedafname gestelde eisen
HR 12-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1412
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 januari 1999
- Magistraten
Davids, Koster, Aaftink
- Zaaknummer
108887
- Conclusie
wnd. A-G Jörg
- LJN
ZD1412
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1412, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑01‑1999
- Wetingang
WVW art. 26 lid 2; WVW art. 33a lid 9; WVW 1994 art. 8 lid 2; WVW 1994 art. 163 lid 9
Essentie
Van een bewusteloze verdachte is in het ziekenhuis bloed afgenomen. Voor de strafbaarheid van verdachtes weigering toestemming te verlenen om het bloed te laten onderzoeken is, behoudens bijzondere omstandigheden, niet van belang of de krachtens de WVW aan de bloedafname gestelde eisen al dan niet zijn nageleefd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 maart 1997 in de strafzaak tegen D.B., te Wilnis, adv. mr. G. Meijers te Amsterdam.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 1. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.