NJ 1999, 228
Hof had appel moeten converteren ondanks opmerking raadsman
HR 05-01-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1301
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Orie
- Zaaknummer
109031
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD1301
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1301, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1301, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑1999
- Wetingang
Sv art. 349 lid 2; Sv art. 399; Sv art. 404
Essentie
Hof verklaart verdachte niet-ontvankelijk in hoger beroep voor wat betreft de overtreding waartegen verzet openstond. Nu uit niets blijkt dat verdachte het rechtsmiddel wilde beperken tot het misdrijf — ook niet uit de ter zitting gemaakte opmerking van de raadsman dat tegen de overtreding geen hoger beroep openstaat en verdachte daarin dus niet-ontvankelijk is — had het hof het hoger beroep in zoverre als verzet moeten verstaan.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 oktober 1997 in de strafzaak tegen M.A. de M., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.