NJ 1999, 122
In ongerede raken veiliggestelde sporen onder omstandigheden zodanig ernstige inbreuk op beginselen behoorlijke procesorde dat OM niet-ontvankelijk is, ook indien voldoende ander rechtmatig verkregen bewijsmateriaal voorhanden is / juist oordeel dat dit in casu niet het geval is
HR 20-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1309
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 oktober 1998
- Magistraten
Haak, Davids, Schipper, Corstens, Aaftink, Jörg
- Zaaknummer
109178
- Conclusie
wnd. A-G Jörg
- LJN
ZD1309
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1309, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑10‑1998
- Wetingang
Sv art. 348; Sv art. 349 lid 2; Sv art. 358 lid 3
Essentie
Het in het ongerede raken van veiliggestelde sporen kan onder omstandigheden een zodanig ernstige inbreuk op beginselen van een behoorlijke procesorde opleveren dat dit tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie dient te leiden, ook indien er voldoende ander rechtmatig verkregen bewijsmateriaal voorhanden is. Het oordeel dat dit in casu niet het geval is, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 december 1997 in de strafzaak tegen W.B., te Rotterdam, ten tijde van de bestreden uitspraak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.