NJ 1999, 27
Ambtshalve constatering HR schending redelijke termijn tussen instellen cassatie en ontvangen stukken ter griffie / nu HR ambtshalve bekend is dat preventieve hechtenis gelijk was aan door hof opgelegde gevangenisstraf, strafvermindering toegepast op eveneens opgelegde geldboete
HR 13-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1255
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 1998
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
107899
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1255
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1255, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑1998
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Hoge Raad constateert ambtshalve schending van de redelijke termijn tussen instellen cassatie en ontvangen stukken ter griffie. Nu de Hoge Raad ambtshalve bekend is dat de preventieve hechtenis gelijk was aan de door het hof opgelegde gevangenisstraf, wordt strafvermindering toegepast op de eveneens opgelegde geldboete.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 februari 1996 in de strafzaak tegen L.K., te Utrecht.
Hoge Raad:
4. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.1
Namens de verdachte is op 15 februari 1996 beroep in cassatie ingesteld. Blijkens een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.