NJ 1998, 915
Kennisgeving voorwaardelijke veroordeling niet ex 14e (oud) Sr betekend / nu verdachte op tegenspraak is veroordeeld en hij binnen twee jaren nadat vonnis onherroepelijk was geworden bewezenverklaarde feit heeft begaan vordering tot tenuitvoerlegging niettemin toewijsbaar
HR 06-10-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AB9539
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 1998
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Aaftink
- Zaaknummer
108990
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
AB9539
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AB9539, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AB9539, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑1998
- Wetingang
Sr art. 14e lid 1 (oud); Sr art. 14g; Sv art. 366a
Essentie
Kennisgeving voorwaardelijke veroordeling niet ex art. 14e (oud) Sr betekend. Nu de verdachte op tegenspraak is veroordeeld en hij binnen twee jaren nadat het vonnis onherroepelijk was geworden het bewezenverklaarde feit heeft begaan, kan de vordering tot tenuitvoerlegging niettemin worden toegewezen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 december 1997 in de strafzaak tegen R.L., te Vlissingen, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Dordtse Poorten' te Dordrecht, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage.